De kat is een obligate carnivoren. Dit betekend dat een kat een geboren vlees eter is. Vanaf een leeftijd van 3 weken oud krijgen onze kittens vers vlees (KVV) aangeboden van verschillende merken. Daarnaast krijgen zij ook hoogwaardig nat voer aangeboden.
Rauwe voeding voor katten wordt steeds populairder, en gelukkig maar! Heb jij ooit in de natuur een kat brokjes zien eten? Een kat is een obligate carnivoor. Dit betekend dat zij vlees nodig hebben om aan hun nutritionele behoefte te voldoen (oftewel; om de vitaminen en mineralen die zij nodig hebben binnen te krijgen).
Ook een kat in het wild krijgt een kleine mate koolhydraat binnen. Wel betekent het dat het dieet van een kat in het wild uit voornamelijk vlees bestaat en dat hun maag- en darmstelsel dus ook volledig gebouwd is op het verwerken van vlees. Veel huiskatten eten echter brokjes en/of blikvoer. Wanneer we kijken naar de ingrediënten blijkt dat veel brokjes weinig vlees bevatten en heel veel koolhydraat. Daar komt nog bij dat een wilde kat zijn vocht uit prooien haalt. Katten hebben daarom een slechte dorst prikkel en zijn tevens vrij ineffectieve drinkers (ze kunnen namelijk geen kommetje maken van hun tong). Dat betekend dat brokjes dus eigenlijk geen ideale voeding is. Nat voer is wat dat betreft een veel betere keuze; dit bestaat uit veel vocht, dus dat probleem is daarmee opgelost. Ook hierbij geldt wel: sommige nat voer bevat aardig wat koolhydraat (hoewel vaak minder dan brok).
Waarom rauwe voeding?
Er zitten verschillende voordelen aan het voeren van rauw vlees: om te beginnen staat het dichter bij het natuurlijke dieet van de kat: de voeding is minder bewerkt en bovendien is het koolhydraatgehalte automatisch nihil (tenzij je natuurlijk veel plantaardig materiaal bijvoert, of een KVV hebt waar wel koolhydraat in zit). Ook als er sprake is van allergieën, kan rauwe voeding een uitkomst bieden. Bovendien heeft rauw vlees een verzurende werking, wat de urnie ph van katten lager houdt (en dit is weer gunstig ter voorkoming van sommige blaasproblemen). Tot slot heeft het een gunstig effect op de ontlasting (minder stank en kleinere hoeveelheden).